Vóór de aanleg van de Afsluitdijk is de Zuiderzee rijke visgrond waar spiering, garnalen, paling, haring, ansjovis en bot in groten getale rondzwemt. De door vissers aan land gebrachte verse vis werd in een tijd zonder vriezer en koelkast langer houdbaar gemaakt door bakken, drogen, zouten, inmaken in zuur of roken.