Laat je inspireren
Liberty - pest en honger tijdens Leidens Beleg. burgemeester, soldaat, interieur, kerk, vrouw, man, historiestuk.
Pronkstukken Liberty

Vrijheid

De titel van dit stuk is letterlijk vrijheid. Hoe zag dat eruit in de 16e eeuw, toen mensen vaker werden geplaagd door pandemieën?

Nieuwe geschiedenis

In 2011 gaven Museum De Lakenhal en de Universiteit Leiden kunstenaar-fotograaf Erwin Olaf de opdracht een nieuw historiestuk te maken over het Beleg en Ontzet (1574) van Leiden, tijdens de Tachtigjarige Oorlog.

Pest

Olaf koos ervoor de dramatische laatste dagen van de belegering van de stad te verbeelden, met op de achtergrond de belofte van bevrijding door de Watergeuzen. Tijdens het Beleg van Leiden kwamen ruim 6.000 mensen om, bijna de helft van de toenmalige bevolking. Traditiegetrouw speelt honger de hoofdrol in dit verhaal. Olaf koos er juist voor de pest centraal te stellen, die volgens de nieuwste historische inzichten veel meer slachtoffers maakte dan honger.

Leidse modellen

De modellen in dit werk zijn bijna allemaal Leidse burgers. Olaf koos bewust voor een divers gezelschap, zo maakte hij het beeld eigentijdser én realistischer. Vergelijk Liberty maar eens met De zelfopoffering van Burgemeester Pieter van der Werf, een schilderij uit 1817 over dezelfde periode.

iPod en Leesbril

Veel attributen op Olaf's werk zijn afkomstig uit de collectie van Museum De Lakenhal. Als contrast voegde hij een paar moderne details toe, zoals een iPod en leesbril.

Feest

Elk jaar op 3 oktober viert Leiden nog steeds uitbundig feest. De Leidenaren eten hutspot, haring en wittebrood en zingen tijdens de Reveille. Waarom? Het hele verhaal over het Leidens Beleg en Ontzet vind je in het museum.

Pronkstukken Fröbelen

Kleine volwassenen

In de Middeleeuwen keken ze heel anders naar kleuters dan wij nu doen. Op schilderijen uit die periode lijken kinderen in het algemeen en kleuters in het bijzonder op volwassenen in zakformaat. Vanaf de Verlichting, aan het eind van de 18e eeuw, kwam hier verandering in.

Rousseau & Fröbel

Vooral dankzij filosofen en pedagogen als Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) ging men aandacht besteden aan elke leeftijdsfase, dus ook die van de kleuters. Hoe wij nu naar kleuters en kleuterscholen aankijken, is voor een groot deel te danken aan Friedrich Wilhelm August Fröbel (1782-1852).

Kindergarten

Volgens Fröbel moest de huiselijke opvoeding van jonge kinderen anders. Hij richtte rond 1840 een Kindergarten op, een tuin die het ideale milieu was voor het kinderspel. Daar ging het Fröbel om: je moest kleuters spelenderwijs trainen, voorafgaand aan hun latere arbeid. Hij ontwikkelde hiervoor onder andere de speelgave - Spielgaben - als leidraad bij de kleuteropvoeding. Ook in Nederland waren Fröbels denkbeelden populair. De eerste kleuterscholen hier heetten dan ook fröbelscholen. In 1985 werd de kleuterschool, samen met de lagere school gecombineerd tot wat wij kennen als het basisonderwijs.

Fröbel nu

Hoewel daarmee de naam Fröbel uit het directe zicht verdween, zijn er nog genoeg dingen die ons aan hem herinneren. Fröbelen bijvoorbeeld, wat ‘vrijblijvend creatief bezig zijn’ betekent. De geweldige collectie van het Onderwijsmuseum herinnert ook aan de grondlegger van de kleuterschool. Gelukkig krijgt Fröbel in de tentoonstelling Onderwijs – over vroeger, voor later, van nu ook een mooi plekje. Een plek die hij verdient!