Dit wandtapijt is rond 1670 gemaakt door de uit Delft afkomstige Maximiliaan van der Gucht, in opdracht van Hendrik Jacob van Tuyll van Serooskerken. Hij heeft voor een groenwerk of een verdure gekozen, omdat door het gebruikte perspectief de ruimte groter lijkt. De bruinwitte jachthond in de buurt van de ooievaar is een patrijshond die Van der Gucht ook op andere wandtapijten gebruikte. Het is zijn beeldmerk. Het wandtapijt is gemaakt van 75 vierkante meter Toile Flamande, oftewel Vlaams doek.