De guillotine is vernoemd naar de Franse arts Joseph Ignace Guillotin (1738-1814). In 1789, het jaar van de bestorming van de Bastille in Parijs, stelt hij aan de Franse Nationale Vergadering voor deze onthoofdingsmachine in te voeren. Guillotin’s belangrijkste reden is dat onthoofding met de guillotine humaner is. Het schuine mes valt namelijk zo snel, dat het bijna pijnloos moet zijn. Dit systeem van ter dood brengen is niet nieuw, het wordt in andere landen ook al gebruikt, zij het met een recht of een rond mes. De guillotine heeft een schuin mes, dat beter ‘’werkt’’.
De guillotine wordt bekend - en berucht - door het massale gebruik ervan tijdens de Franse Revolutie.
De guillotine in Nederland en Den Haag
Ook in Nederland is de guillotine gebruikt: op 15 juni 1812 werden er op de Amsterdamse Nieuwmarkt voor het eerst een drietal executies mee uitgevoerd. In Den Haag is de guillotine twee keer gebruikt. Op 17 september 1812 valt het mes voor een man die was veroordeeld wegens doodslag. Het tweede slachtoffer is de negentienjarige Adriana Bouwman. Vanwege diefstal en brandstichting werd zij op 1 mei 1813 ter dood gebracht. De guillotine in de Gevangenpoort, die stamt uit circa 1800, is niet in Nederland gebruikt, maar vermoedelijk in Frankrijk of Italië. De machine is nog niet compleet. Er mist namelijk nog een bijltje, voor als de executie in eerste instantie niet lukte.