Om alle mensen in de stad of het dorp te laten weten dat het brood gebakken was, blies de bakker op zijn hoorn. Niet iedereen die in de straat bij de bakker woonde was daar blij mee, want het gebeurde altijd ’s morgens vroeg als de mensen nog in bed lagen. De toeter maakte zoveel lawaai dat hij vele straten verderop nog duidelijk te horen was.