Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakten schilders quasi-neutrale stillevens met eigen symbolen. Aan dit streng en somber geschilderde ‘buitenstilleven’ is alles kunstmatig en theatraal. De klassieke tuinvaas en het opengeslagen oude boek vertegenwoordigen de standvastige cultuur. Duidelijk lijkt de (bij)betekenis van een afgezaagde jonge boom. Suggereren de eikenbladeren onvergankelijkheid? Overleven verse bloempjes en druiven terwijl de halve appel al ligt te rotten? In het midden trekt een zilver satijnen, woordloos lint van een grafkrans de aandacht.