In de 16e eeuw kregen de melaatsen van de leprozerie in Haarlem gezelschap van zo’n 30 krankzinnigen. De rustige gekken konden vrij rondlopen. Maar was je lastig of agressief, dan werd je opgesloten in een van de 14 benauwende dolcellen. Een luikje bovenin de cel zorgde voor wat licht en frisse lucht, het interieur bestond uit een houten krib en een poepdoos.
Gesticht
In 1849 verhuisden de krankzinnigen naar een nieuw gesticht. Eén dolcel bleef bewaard en is nu een van de laatste oorspronkelijke dolcellen in Europa. Probeer 'm zelf, in Museum van de Geest!