Jeanne Bieruma Oosting - Stoeien met de muzen

Geboren in het vermogende milieu van Friese adel en patriciaat, lag een loopbaan als kunstenares niet voor de hand. Jeanne Bieruma Oosting werd beknot door de conventies van haar tijd, klasse en sekse maar vocht zich desondanks vrij. In haar lange loopbaan creëerde ze een omvangrijk oeuvre dat olieverfschilderijen, aquarellen, grafiek en werken op papier omvat.

Hoewel ze nu met name bekend staat om haar kleurrijke interieurs, stillevens en landschappen in een toegankelijke laat-impressionistische stijl, kent de kunstenares ook een andere kant, die wordt gekenmerkt door duistere thema’s en macabere voorstellingen. Dit werk ontstond tijdens haar Parijse periode (1929-1940), toen haar ontwikkeling als mens en als kunstenaar in een stroomversnelling raakte. Ze gaf zich over aan het nachtleven, maakte kennis met de (lesbische) liefde en produceerde vrijzinnige naakten die destijds in Nederland nauwelijks getoond werden omdat ze – zeker voor een vrouw - te pikant zouden zijn. Deze serie Chairs uit 1931 zal in de presentatie van Museum Belvédère als geheel te zien zijn. De reeks maakt onderdeel uit van een grote particuliere schenking met grafische werken van Jeanne Bieruma Oosting die het museum mocht ontvangen. De presentatie omvat vier kabinetten.

Grafiek

Museum Belvédère laat naast haar kleurrijke grafiek ook werken zien die gekoppeld zijn aan Bieruma Oostings Friese jeugd. De nadruk ligt echter op de baanbrekende grafiek uit de Parijse periode. Andere deelnemers aan de Zomer van Jeanne zijn Museum Henriette Polak, Museum Maassluis, Museum STAAL en Nobilis.

Er is een publicatie met teksten van Susan van den Berg en Jolande Withuis, de biograaf van de kunstenares en auteur van Geen tijd verliezen.