Hans Arp (1886-1966) was ervan overtuigd dat kunst en natuur onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Arp week af van het gangbare idee om natuurlijke elementen te imiteren en streefde er in plaats daarvan naar om sculpturen te creƫren die naadloos aansloten bij de natuurlijke wereld. Als gevolg hiervan ontwikkelde Arp een uniek visueel vocabulaire van ontluikende, organische vormen die zich vloeiend bewogen tussen abstractie en representatie, en die hem bekendheid opleverden als "een eenmanslaboratorium voor de ontdekking van nieuwe vormen".